Slapen doen Nederlanders gemiddeld zo’n zeven uur en een kwartier per nacht, alhoewel mensen nogal kunnen verschillen in de hoeveelheid slaap. Waar de een zes uur slaapt, slaapt de ander negen tot tien uur. Gemiddeld genomen slapen we tussen de zeven en acht uur per etmaal: ongeveer een derde van ons hele leven.
Het eerste gedeelte van de slaap (eerste vier uur) bevat vooral de belangrijke, herstellende diepe slaap, daarom wordt dit gedeelte ook wel de kernslaap genoemd. Het kerngedeelte van de slaap lijkt een essentieel gedeelte te zijn – als we dit missen functioneren we minder goed en voelen we ons slechter. Dit is ook de slaap waaruit je heel moeilijk wakker kunt worden.
De rest van de nacht (het tweede gedeelte) bestaat uit minder diepe slaap en veel REM slaap. Deze slaap is, op de korte termijn, minder noodzakelijk in dezelfde zin. Vaak kunnen we zonder deze slaap ook nog redelijk functioneren. Dat neemt niet weg dat ook deze slaap belangrijk is. REM slaap lijkt ook een belangrijke functie te hebben en weken achter elkaar vijf uur slapen, vinden maar weinig mensen goed te verdragen. Het gaat er om dat de meesten met één of twee nachten vijf uur slaap prima kunnen functioneren, wordt het langer (en dus chronisch) dan is het een groter probleem.